De rijke historie van Princenhage
De historie van Princenhage gaat eeuwen terug. Wat ooit begon als een klein dorpje buiten Breda, groeide uit tot een bijzondere wijk met een eigen karakter en cultuur. Op deze pagina duiken we dieper in het verleden van Princenhage en belichten we de mensen, gebouwen en gebeurtenissen die onze wijk hebben gevormd.
Van dorp naar wijk: de geschiedenis van Princenhage
Oorspronkelijk was Princenhage een zelfstandige gemeente. Pas in 1942 werd het officieel onderdeel van Breda. De historie van Princenhage is nog goed zichtbaar in het straatbeeld, met monumentale panden zoals de Sint-Martinuskerk en het oude raadhuis aan de Haagsemarkt.
In de 19e en vroege 20e eeuw stond Princenhage vooral bekend als agrarisch gebied. Veel oude boerderijen herinneren nog aan die tijd. De wijk groeide vervolgens uit tot een levendige gemeenschap, waarin het dorpsgevoel altijd is gebleven.
Erfgoed en verhalen
Wil je meer weten over het erfgoed van onze wijk? Bezoek dan het Stadsarchief Breda waar je veel kunt vinden over de historie van Princenhage, inclusief foto’s, documenten en persoonlijke verhalen van wijkbewoners.
Ontdek meer over Princenhage
-
Bekijk ook onze activiteitenagenda voor historische wandelingen en lezingen.
-
Wil je zelf een bijdrage leveren aan deze pagina? Neem contact op via onze contactpagina.
-
Meer weten over bijzondere plekken? Lees dan ook ons artikel over de Haagsemarkt.
Een stukje geschiedenis
De heerlijkheid Hage werd voor het eerst vermeld in 1198 en maakte deel uit van de Baronie van Breda. De ‘haag’ waarnaar verwezen werd, betreft een omheind terrein dat als jachtgebied voor de heren van Breda diende. In 1328 kreeg het dorp Mertersem (het latere Princenhage) een schepenbank. Tot 1796 bestuurde een schout samen met zeven schepenen het dorp. In 1261 werd Mertersem een zelfstandige parochie. Later, in 1796, splitste de parochie Prinsenbeek zich hier vanaf.
Zelfstandige gemeente
Sinds de 19e eeuw functioneerde Princenhage als zelfstandige gemeente, aanvankelijk onder de naam Haage, met een groot grondgebied ten noordwesten en zuidwesten van Breda. Geleidelijk werden echter steeds meer delen van dit gebied bij het uitbreidende Breda gevoegd. Bij de herindeling in 1942 kwam uiteindelijk het zuidelijke deel van de gemeente, inclusief het dorp Princenhage, onder Breda. Het noordelijke deel met het dorp Beek (NB) werd toen een nieuwe zelfstandige gemeente, die later Prinsenbeek ging heten.
De Haagdijk en Haagweg fungeerden als verbindingswegen naar Princenhage. In 1683 werd de Bredase Steenweg, de huidige Haagweg, aangelegd. In 1684 plantte men er olmenbomen langs. De tram van de Zuid-Nederlandsche Stoomtramweg-Maatschappij (ZNSM) reed over de Haagweg.
In 1845 arriveerden de Franciscanessen van Etten in Princenhage. Zij vestigden zich aanvankelijk in de oude pastorie, maar in 1877 volgde de bouw van een klooster, het Maria-klooster. De Franciscanessen verzorgden onder andere onderwijs voor meisjes. Helaas werd het klooster in de jaren ’70 van de 20e eeuw afgebroken.
Princenhage groeit
In de 18e eeuw woonden er ongeveer 3000 mensen in Princenhage. In 1840 steeg dat aantal naar 5237. Velen woonden verspreid over verschillende buurtschappen. Tegenwoordig heeft de wijk Princenhage ongeveer 8000 inwoners.
Tijdens de Duitse bezetting verborgen dertig onderduikers, waaronder de meesten Joods, zich in de pastorie van de Nederlands Hervormde Johanneskerk. In de naastgelegen kosterij vonden nog eens acht onderduikers onderdak. Het domineesechtpaar Coolsma-Miedendorp en het kostersechtpaar Oostlander-Van de Grift ontvingen in 2007 de onderscheiding Yad Vashem van de staat Israël. Alleen mevrouw Coolsma was toen nog in leven. Haar overleden man werd een jaar eerder door de gemeente Breda geëerd met een straat