Op de foto ziet u Herman Pleij die afgelopen zondag, 31 januari in een bomvolle Vlaamse schuur van de Koe een lezing gaf met de titel: De noodzaak van Carnaval. Herman benadrukte dat Carnaval geen specifiek katholiek gebeuren is, maar al in voorchristelijke tijden een aanvang heeft gemaakt.
In de middeleeuwen is het carnaval ontstaan dat, al is het wel in gewijzigde vorm, in de 19e eeuw opnieuw leven is ingeblazen. Oorspronkelijk ontstaan uit de midwinterfeesten, waarbij de komst van het licht rond eind december de hoofdtoon voerde, werd Kerstmis allengs meer verbonden met de geboorte van Jezus de Verlosser, die ons van de erfzonde bevrijdde. Ofschoon lange tijd door de katholieke kerk verboden en afgekeurd, omarmde de kerk in de loop van de tijden het carnavalsgebeuren. Het betekende, zoals de voorstanders betoogden, een bevrijding van het alledaagse leven waarin, vooral in de middeleeuwen, angst voor de duivel de boventoon voerde. Zij liepen als het ware op spitsroeden naar het laatste oordeel door de vele beperkingen, vooral op sexueel gebied, die de kerk hen oplegde. Door de wereld op zijn kop te zetten en de mensen tegengas tegen de gevestigde orde te laten geven, werden zij als het ware bevrijd van hun frustraties en kon na Carnaval iedereen weer fris van geest het normale leven weer aan. Kortom, Herman Pleij gaf aan dat ook in deze tijd carnaval vieren een noodzaak tot ontspanning en verbroedering blijft.