De naam Biehoeve verwijst naar een bijzonder en ambachtelijk stukje agrarische
geschiedenis: de bijenteelt. Het woord ‘bie’ is een oud-Nederlands dialectwoord voor ‘bij’.
Een biehoeve was een plek waar bijen werden gehouden voor de productie van honing, was
en andere bijenproducten. Honing was eeuwenlang een belangrijke zoetstof, en bijenwas werd
gebruikt voor kaarsen, een onmisbaar product vóór de komst van elektrisch licht.
De straat Biehoeve ligt in het westelijke deel van Princenhage, in een wijk waar meerdere
straten verwijzen naar het landelijke verleden en het ambachtelijke karakter van dit gebied.
Het past in een reeks namen die herinneren aan het boerenleven en aan kleinschalige
productie.
De naam is gekozen om een ambacht te eren dat in het buitengebied van Princenhage
waarschijnlijk veelvuldig werd uitgeoefend. Bijenteelt was in Brabant eeuwenlang een
vertrouwd beeld. Boerderijen hadden vaak bijenkorven, soms opgesteld op zonnige plekken
tegen een muur of in een speciale bijenstal, ook wel biehuisje genoemd.
Historische context
De bijenteelt in Brabant werd vaak gecombineerd met landbouw. Boeren hielden bijen niet
alleen voor honing, maar ook voor de was, die gebruikt werd om kaarsen te maken. Dit was
vooral in kloosters en kerken van groot belang, omdat zij veel kaarsen nodig hadden. Het is
aannemelijk dat ook in de omgeving van Princenhage kleine imkers actief waren.
Weetje
Wist u dat in oude akten uit de 18e eeuw vaak sprake is van biekorven als waardevolle
bezittingen? Het bezitten van meerdere bijenkorven was een teken van welvaart. Een goede
imker kon flink bijverdienen met honing en was.
De naam Biehoeve is door B&W op 15 juni 1977 vastgesteld. Gerard Otten bschrijft in zijn
boek ‘De straten van Breda’ de naam als volgt: De Biehoeve is de oude naam van de witte
boerderij op de hoek van de Biehoeve en de Aard. Hij wordt ook wel de Hoeve op de Bie
genoemd en ontleent zijn naam aan het stroompje de Bieloop. De hoeve bestond mogelijk al
in 1327.

