Dit jaar is het motto van carnaval in ’t Aogje ‘G’eddut of g’eddut nie!’ en voor het eerst zwaait Prins Raymundus de XIX de scepter. Gedurende carnaval is hij de baas van ons dorp. Een gesprek met een bevlogen mens.
Wie is Prins Raymundus de XIX?
Rudie de Meulder ben ik in het dagelijks leven en ik ben geboren en getogen in Princenhage. Ik zag het levenslicht op het Zeilmakerspad 14 en nu, een half leven later, woon ik er op nr. 20. Mijn ouders hadden in Princenhage een café en zijn uitbater van de Koe geweest. Mijn vader was 33 jaar geleden prins carnaval. Ik was toen 12 en vond het prachtig. Princenhage zit in mijn bloed. Ik heb een paar jaar elders in Breda gewoond, maar wist altijd dat ik weer terug zou komen. Juist dat dorpse spreekt me aan. Ik voel me hier thuis.
Sinds 2000 ben ik getrouwd met Karin en we hebben twee dochters: Britt (14) en Tessie (11). Ik werk als vrachtwagenchauffeur bij een transportbedrijf. We rijden op dit moment onder andere voor een grote supermarktketen en zorgen er bijvoorbeeld voor dat in de supermarkt ’s morgens vroeg vers brood ligt. Een grote hobby is het trainen en coachen van het meidenelftal van Groen-Wit. Mijn dochter voetbalt ook mee.
Zo’n 20 jaar heb ik een drive-in show gehad. Ik draaide muziek op bruiloften en partijen. Toen ik dat afbouwde ben ik bij de Bielopers gegaan, de hofkapel van de Prins. Ik heb er de afgelopen vijf jaar met heel veel plezier de bekkens geslagen.
De Prins
Bij het definitieve afscheid van mijn drive-in show vroeg de voorzitter van CC ’t Aogje: ‘Zouden die veren wat voor jou zijn?’. Ik heb maar twee seconden nagedacht en dacht vooral aan mijn vader. Het is uniek omdat mijn vader ook Prins is geweest. Het was dus meteen JA. Januari 2018 hoorde ik dat het door zou gaan, maar het moest geheim blijven tot de bekendmaking op 11 11.
Als ik de cape om heb, de steek heb opgezet en de scepter vasthoud, ben ik de Prins. Ik vertegenwoordig ’t Aogje ook naar buiten en het is druk met kennismakingen en andere ontmoetingen. Op feesten en bals ben ik de gangmaker. Tot Peer Bromtol afblaast. Dan gaan de steek en cape af en ben ik weer Rudi.
Het is fantastisch om voorop te gaan in de leut In ‘t Aogje.