Het was maar een vreemd gezicht dat Aogse Bluf in plaats van de Bielopers de Haagsemarkt opkwam met de joffers, Tinus en Peer Bromtol. Er was ook geen Babbelonius te zien.
En dus werd er maar muziek gemaakt met Aogse Bluf en zonder Babbelonius.
Totdat speaker Jan Koolen voorstelde om met zijn allen de Titaai te gaan zingen, het lievelingsnummer van de prins. En ja hoor, daar kwam hij aan: uit de Dreef op een kar vol meej bo-bo-bo-boskes praaij. Het feest (dun optocht) kon beginnen. Natuurlijk niet voordat het volklied werd gezongen. En daarna…… werd de optocht ingezet. (foto’s: duuzenden en duuzenden volgen later vandaag)